AVG toets

Stichting Ondernemersfonds Weststellingwerf

Toetsing aan grondslag gerechtvaardigd belang door bestuur van de
Stichting Ondernemersfonds Wolvega.

Proportionaliteit:
– er worden alleen gegevens van bedrijven geregistreerd,
– er worden alleen N.A.W. contactpersoon en E-mail gegevens gebruikt,
– van de contactpersoon alleen bedrijfsgegevens,
– van de contactpersoon worden geen privé gegevens gebruikt,

Subsidiariteit:
– directie benadering contactpersoon via privé gegevens worden niet gebruikt en zijn meer nadelig voor de contactpersoon.

Belangen:
De stichting is in het leven geroepen om de belagen van ondernemers te dienen. De belangen zijn dan ook niet niet strijdig met de belangen van de berokken ondernemers.

Resultaat / conclusies toetsing:
Niet strijdig met de regelgeving van de AVG.

Getekend:
Frank Zeinstra, voorzitter;
Marcus Dubling, secretaris;
Bert Piest, lid;
Menno de Koe, lid.

Onderliggende info waaraan de toetsing heeft plaatsgevonden.
Wanneer mag u zich baseren op de grondslag gerechtvaardigd belang?

U heeft alleen het recht om (gewone) persoonsgegevens te verwerken als u zich kunt baseren op minimaal 1 van de 6 AVG-grondslagen. Eén van die grondslagen is ‘noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen’.

U kunt zich op deze grondslag baseren als u aan drie voorwaarden voldoet: (1) u heeft een gerechtvaardigd belang, (2) de verwerking is noodzakelijk om dit gerechtvaardigde belang te behartigen en (3) u heeft een afweging gemaakt tussen uw belangen en die van de personen van wie u persoonsgegevens verwerkt.

1. Gerechtvaardigd belang
Ten eerste moet het gaan om een gerechtvaardigd belang. Dit belang moet rechtmatig, voldoende duidelijk verwoord en ook echt aanwezig zijn. Dat is zo wanneer een verwerking aantoonbaar noodzakelijk is om uw bedrijfsactiviteiten te verrichten. Bijvoorbeeld het voeren van een personeelsadministratie.

2. Noodzakelijkheid
Ten tweede moet de verwerking van de persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang. U moet de verwerking daarom toetsen aan de eisen van (1) proportionaliteit en (2) subsidiariteit.

Dat betekent dat u moet nagaan of (1) het doel van de verwerking in verhouding staat tot de inbreuk voor de personen van wie u persoonsgegevens verwerkt en (2) of u het doel niet op een voor de betrokken personen minder nadelige manier kan bereiken.

3. Afweging belangen
Ten derde moet u een afweging maken tussen uw belangen en de belangen van de personen van wie u persoonsgegevens verwerkt. Ook moet u hierbij eventueel maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de rechten en vrijheden van deze personen niet zwaarder wegen dan uw gerechtvaardigd belang.

Dit betekent onder meer dat u de gegevens niet langer mag bewaren dan nodig is voor het doel van de verwerking. Gaat het bijvoorbeeld om de verwerking van persoonsgegevens van kinderen, dus jonger dan 16 jaar? Dan weegt uw gerechtvaardigd belang minder snel op tegen hun rechten en vrijheden.

Let op: bent u een overheidsinstantie? Dan mag u zich niet baseren op deze grondslag voor de uitoefening van uw taken. U moet zich dan op een van de andere grondslagen baseren. Bijvoorbeeld de grondslag ‘algemeen belang of openbaar gezag’.

U mag als overheidsinstanties in de regel alleen gegevens verwerken om uw taken uit te voeren als de wet u daarvoor de bevoegdheid heeft gegeven. De wetgever moet namelijk zorgen dat iedere overheidsinstantie een rechtsgrond voor verwerkingen heeft.

Verantwoordingsplicht
Zijn de persoonsgegevens echt noodzakelijk voor de behartiging van uw gerechtvaardigd belang? Zorg ervoor dat u goed kunt onderbouwen dat u zich op deze grondslag mag baseren. Onder de AVG heeft u namelijk een verantwoordingsplicht.